“Directeur, ik ga niet kandideren voor uren in de tweede graad want ik geef liever les in de derde graad.”
Een vaste benoeming in het onderwijs brengt enkele belangrijke voordelen met zich mee. Naar mijn aanvoelen is het belangrijkste voordeel werkzekerheid. Een vaste benoeming geeft je het recht op werk (en de plicht om dat werk te presteren). Aan dat recht/deze plicht zijn natuurlijk grenzen en dat is waar ‘de reikwijdte van de vaste benoeming’ komt kijken.
A. HET AMBT
Een eerste beperking is het ambt waarin de vaste benoeming werd uitgesproken. Wie vastbenoemd werd als administratief medewerker kan later niet gevraagd worden (noch eisen) een job als leerkracht op te nemen. Er bestaan in het secundair onderwijs enkele tientallen ambten zoals directeur, leraar, administratief medewerker. ‘Leraar wiskunde’ is geen ambt, het ambt van een leraar wiskunde is leraar. Daarop is één uitzondering nl. ‘Leraar godsdienst’.
A’. HET VAK
Voor wie benoemd wordt in het ambt van leraar is er een tweede beperking nl. het vak. Kan een leerkracht Nederlands gevraagd worden (of eisen) om het vak wiskunde te geven? Elk schooljaar opnieuw bepaalt het schoolbestuur, bij de opdrachtverdeling, welke vakken het personeelslid zal geven. Ze kan daarbij kiezen uit de vakken waarvoor het personeelslid een vereist bekwaamheidsbewijs (VE) heeft. De leerkracht Nederlands kan dus niet gevraagd worden (evenmin kan het personeelslid dit opeisen) om wiskunde te geven als het daarvoor geen vereist bekwaamheidsbewijs heeft. Indien de vaste benoeming ten gunste van het personeelslid werd uitgesproken voor een voldoende geacht vak (VO) zit ook dit vak in de groep van vakken waaruit kan gekozen worden. Het is dus het schoolbestuur die bepaalt welke vakken er gegeven moeten worden maar binnen de wettelijke bepalingen.
Het is dus een foute veronderstelling (die bij veel mensen leeft) dat ze recht hebben op een job als leerkracht Frans omdat ze gekandideerd hebben voor een vaste benoeming als leerkracht Frans. Als je voor zowel Frans als Engels een vereist bekwaamheidsbewijs hebt, dan kan je wel gekandideerd hebben voor leerkracht Frans maar de rest van je leven Engels moeten geven.
Maaike studeerde voor leerkracht Geschiedenis – Nederlands. Ze kandideerde voor een voltijdse opdracht als leerkracht Nederlands in de tweede graad TSO. Toch kan het schoolbestuur ervoor kiezen om haar het volgende jaar aan stellen als leerkracht Geschiedenis in de eerste graad. Dit vak (Geschiedenis in de eerste graad) is immers een vak waarvoor zij een vereist bekwaamheidsbewijs heeft.
B. HET VOLUME
Een volgende logische beperking is het volume. Als je een vaste benoeming kreeg van pakweg 10 %, dan kan je de rechten die hand in hand gaan met een vaste benoeming ook maar opeisen voor 10 %.
C. DE AFFECTATIE
Bij een vaste benoeming komt meteen ook een affectatie. Dat wil zeggen dat de vaste benoeming wordt vastgeklikt aan een school. Het is uiteraard de school waar je gekandideerd hebt voor vaste benoeming. De rechten die je krijgt met een vaste benoeming kan je enkel in die school doen gelden. Je kan perfect voor 10% geaffecteerd zijn in school A, 30% in school B, 20% in school C …
D. HET SALARIS
Het salaris maakt geen onderdeel uit van de reikwijdte vaste benoeming maar is wel het vermelden waard. Een vastbenoemde personeelslid heeft immers recht op een aanstelling binnen “hetzelfde ambt”. Deze term omvat 3 voorwaarden waarvan je we er twee hebben behandeld en waarvan het salaris de derde voorwaarde is.
Het gaat dus om een job binnen hetzelfde ambt (A), hetzelfde vak (A’) en het salaris (D). Je kan als vastbenoemd personeelslid nooit in een minder gunstig barema geplaatst worden dan het voorgaande schooljaar of binnen een barema nooit in en minder gunstige geldelijke anciënniteit. Dit steeds beperkt tot de breuk van het afgelopen schooljaar.
Fien was in het schooljaar 2022-2023 voor 15/21 aangesteld in barema 301 en voor 6/21 in barema 302. Barema 302 is net iets hoger dan 301. Het jaar erop moet Fien minstens 6/21 opnieuw aangesteld worden in barema 302 (of een nog gunstiger barema). Indien Fien in 2023-2024 voor 15/21 aangesteld wordt in barema 302 heeft ze vanaf dan recht op een aanstelling van minstens 15/21 in barema 302.
Nicolas heeft 10 jaar nuttige ervaring voor het vak TV Toegepaste Economie maar niet voor het vak AV Economie. Voor beide vakken komt Nicolas terecht in barema 301. Een aanstelling in het vak TV Toegepaste Economie is voor Nicolas dus veel interessanter dan in het vak AV Economie. Als Nicolas in het schooljaar 2022-2023 voor 10/21 aangesteld is het vak TV Toegepaste Economie moet hij het jaar erop opnieuw minstens 10/21 aangesteld worden in dat vak OF in een andere vaak waarvoor Nicolas evenveel (of meer) geldelijke anciënniteit geniet.
https://data-onderwijs.vlaanderen.be/edulex/document.aspx?docid=9212