Luidsprekers

L

Wanneer je een presentatie wil tonen waar geluidsfragmenten in zijn opgenomen of een filmpje wil tonen dan wil je naast beeld ook klank aanbieden aan je publiek. Daarvoor gebruik je uiteraard luidsprekers. 

Sommige computers, zeker laptops hebben ingebouwde luidsprekers, die zijn zelden krachtig genoeg om een publiek van meer dan 10 mensen comfortabel te laten meeluisteren. En ze zijn sowieso niet krachtig genoeg in een omgeving met veel achtergrondlawaai (event/beurs/…).

Kenmerken

Audiokanalen (van mono tot surround)

Ongeacht de wijze waarop de audiobron (het toestel dat geluid maakt bv. de geluidskaart in je computer) en de luidsprekers met elkaar verbonden zijn, we spreken altijd over het aantal signalen of audiokanalen die beschikbaar zijn.

De meest primitieve systemen hebben een 1.0 opstelling. Dat wil zeggen dat er maar één signaal verstuurd wordt tussen audiobron en luidsprekers. Zelfs als er dan twee luidsprekers beschikbaar zijn, zullen die beide EXACT hetzelfde geluid produceren. We spreken dan van een mono geluid.

In bijna alle gevallen hebben we een 2.0 opstelling. Er zijn twee signalen tussen audiobron en luidsprekers. De twee luidsprekers produceren een lichtjes verschillend geluid. We spreken over een stereo geluid.

En zo bouwen we verder … een 2.1 systeem heeft 3 signalen. Een signaal voor de linker luidspreker, eentje voor de rechter luidspreker en eentje voor de subwoofer die extra bas kan toevoegen aan je geluid.

Een 5.1 systeem heeft 6 signalen: eentje voor de luidspreker linksvoor, eentje voor linksachter, eentje voor rechtsvoor, eentje voor rechtsachter, eentje voor frontaal voor en eentje voor de subwoofer. Het geluid komt dus van alle kanten en we spreken over een ‘surround-system’. Je wordt omsingeld door geluid. Dit is nog meer het geval bij een 7.1 opstelling die nog twee extra luidsprekers vlak naast de gebruiker voorziet.

Een zeer eenvoudige 2.0 opstelling zal vanzelfsprekend de goedkoopste zijn, een 5.1 opstelling aanzienlijk duurder.

Frequentiebereik

Elk geluid heeft een bepaalde toonhoogte / frequentie. Onze oren kunnen geluiden tussen de 20 en de 20 000 Hertz horen. Basgeluiden hebben een lage frequentie terwijl hoge tonen een hoge frequentie hebben. Wanneer luidsprekers een beperkt frequentiebereik hebben (bv. van 100 Hz tot 15 000 Hz) dan zullen de laagste en hoogste tonen wat minder laag/hoog klinken.

Laat je echter niet vangen … Of luidsprekers nu een frequentiebereik van 20 tot 26 000 Hertz hebben of van 20 tot 50 000 Hertz. Onze oren zullen het verschil niet of nauwelijks horen. Soms wordt de term ‘full range speaker’ gebruikt in een reclame. Hiermee wordt een speaker bedoeld die het volledig geluidsspectrum aankan die de mens kan waarnemen.

Actief vs Passief

Een luidspreker kan actief of passief zijn. Een geluidsbron stuurt eerder zwakke geluidssignalen uit, die moeten versterkt worden. Dat kan door een externe versterker of door een versterker die ingebouwd is in de luidspreker. Luidsprekers met een ingebouwde versterker noemen we actieve luidsprekers, luidsprekers zonder ingebouwde versterker noemen we passieve luidsprekers.

Het zou ons te ver brengen om alle voor- en nadelen van beide op te sommen. Bovendien is het niet eens zo belangrijk want quasi alle luidsprekers die in de PC-wereld te koop zijn, zijn actieve luidsprekers. Dat is ook logisch omdat je anders nog een versterker naast je computer moet plaatsen om de luidsprekers te bedienen.

VERMOGEN / Geluidsniveau

De eenheid van geluid is gewoonlijk de decibel (dB) maar die omschrijving vind je zelden op de verpakking van een set luidsprekers. Wat je wel makkelijk zal terugvinden is het (RMS) vermogen dat uitgedrukt wordt in Watt. In mensentaal gaat het om het vermogen (in Watt) die een luidspreker gedurende een langere tijd kan ontvangen en verwerken zonder schade op te lopen.

Er is géén eenvoudige formule om het aantal Watt om te zetten in decibel. Meer nog … een luidspreker van 100 Watt kan soms meer geluid produceren dan een luidspreker van 120 Watt. Dat heeft alles te maken met de gevoeligheid van de luidspreker. De gevoeligheid of de ‘sound pressure level’ (afgekort SPL) geeft weer hoeveel geluid er wordt geproduceerd op 1 meter van de luidspreker bij een vermogen van 1 Watt. Typisch is dit een waarde tussen 80 dB en 100 dB.

Om meer geluid uit de luidspreker te krijgen moet er meer vermogen toegepast worden. Telkens het vermogen verdubbeld, stijgt het volume met 3 dB.

Jammer genoeg is de SPL waarde iets wat bijzonder goed verborgen wordt. Je moet vaak tot diep in de technische specificaties doordringen om de waarde terug te vinden.

Een concreet voorbeeld
De Logitech Z150 luidsprekers hebben een RMS vermogen van 3 Watt en een SPL van 82 dB. Je kan het vermogen van 1 Watt iets meer dan 1x verdubbelen en mag dus iets meer dan 3 dB toevoegen aan de SPL om het maximaal volume op 1 meter te kennen => 86.8 dB op 1 meter. Dat is natuurlijk theoretisch en maximaal, in praktijk haal je nooit 100% efficiëntie.

Wist je dat geluid met ongeveer 6 dB afneemt als je de afstand verdubbelt? En laten we er even van uit gaan dat een klaslokaal 8 meter lang is? Als we op 1 meter voor de luidspreker een volume van 86.8 dB meten, zal dat op 2 meter ongeveer 80 dB zijn, op 4 meter ongeveer 74 dB.

Als je weet dat een volume van 60 à 70 dB door de meeste mensen als aangenaam wordt ervaren zou je denken dat deze luidspreker nipt volstaat voor een klasomgeving. Toch zal dit in praktijk onvoldoende blijken. In veel klasomgevingen zitten de lln verder dan 4 meter van de luidspreker en er zijn ook wel wat extra belemmerende factoren zoals medeleerlingen die voor de luidspreker zitten. Dat in combinatie met de theoretische maxima …

aansluitmogelijkheden

De eenvoudigste speakers hebben een vaste kabel die eindigt in een mini-jack connector. Die kan je gewoon inpluggen in de (mini-jack ingang van je) geluidskaart van je computer. Een andere mogelijkheid is dat de speaker een mini-jack ingang heeft, dan kan je met een audiokabel met 2 mini-jack connectoren de luidspreker aansluiten aan de computer (zie ook Connectoren).

Iets complexer wordt het als de luidspreker een aansluiting heeft voor een dubbele tulp (of in het Engels cinch) connector. Dan moet je op zoek naar een audiokabeltje met aan de ene kant een dubbele tulp connector en aan de andere kant een mini-jack om in de geluidskaart van je computer te pluggen.

Tot slot heb je steeds meer speakers die draadloos verbinding maken met de computer. De luidsprekers die gebruik maken van bluetooth zijn vooral handig als je die overal mee naartoe wil nemen. De geluidskwaliteit is meer dan acceptabel, het gebruiksgemak is groot. Bij de aankoop van een dergelijke box is de batterijautonomie (hoe lang kan ik muziek luisteren alvorens de batterij het opgeeft) een belangrijke factor om in het oog te houden. Deze boxen worden dan ook meer gebruikt om te verbinden met een smartphone of tablet dan met een computer.

Luidsprekers die gebruik maken van Wifi vind je meer in de moderne huiskamer. Vaak hebben ze veel meer mogelijkheden dan klassieke luidsprekers: bv. muziek afspelen (spotify) zonder de hulp van een smartphone of pc.

Laatste berichten