Deze pagina is onderdeel van mijn cursus over computerapparatuur.
Kenmerken
Bij de aankoop van een scherm word je geconfronteerd met 100’en schermen in sterk uiteenlopende prijsklassen. Wat maakt dat het ene scherm 1000 euro kost en het andere maar 80 euro? En doe je er goed aan om wat meer uit te geven? Hou alvast rekening met onderstaande schermkenmerken.
Schermgrootte
De grootte van een scherm wordt meestal uitgedrukt in inch (1 inch = 2,54 cm). Het symbool voor inch is het aanhalingsteken (“). In reclamefolders zie je dan ook vaak “ … een 22” scherm …”. Die 22” is trouwens niet de hoogte of de breedte van het scherm maar de lengte van de schermdiagonaal.
Naast de grootte van het scherm in inch is ook de verhouding belangrijk. Vroeger werkte men vooral met een 4:3 verhouding. Voor elke 4 centimeter dat het scherm breed was, was het per definitie 3 cm hoog. Nu werken we meestal met een 16:9 verhouding. We kennen dit als een breedbeeldscherm. Breedbeeldschermen zijn er vooral gekomen onder invloed van de filmindustrie die nu al jaren films maakt in deze verhouding.
Resolutie (Pixels)
Soms wordt bij de grootte van het scherm ook de resolutie vermeld. Dit heeft te maken met de manier waarop schermen werken. Elk beeld dat op een scherm wordt getoond wordt opgebouwd uit duizenden of zelfs miljoenen kleine vierkantjes, we noemen die beeldpunten of pixels. Hoe meer beeldpunten gebruikt worden, hoe scherper het beeld is.
De resolutie is dan ook de grootte van een scherm uitgedrukt in het aantal vierkantjes dat gebruikt wordt. Bijvoorbeeld een scherm met een resolutie van 1280 x 1024, is een scherm dat bestaat uit 1280 kolommen, die elk uit 1024 cellen bestaan.
De schermresolutie zegt trouwens niets over de echte grootte van het scherm. Een 19” scherm kan een schermresolutie van 1024 x 768 hebben of van 1280 x 1024. Beide schermen zijn exact even groot, maar het ene scherm is opgebouwd uit veel meer beeldpuntjes dan het andere. Bij het scherm dat de meeste beeldpunten heeft, zijn de beeldpunten veel kleiner/fijner dan bij het andere scherm en daardoor is de beeldkwaliteit beter.
Je zal wel begrijpen dat de resolutie van een scherm belangrijk is. En omdat mensen niet graag met veel cijfertjes spreken kregen verschillende resoluties ook namen. Een scherm met een resolutie van 1280×720 noemen we HD Ready, vanaf 1920×1080 spreken we over Full HD, bij 4096 x 2160 is er sprake van 4K en de titel 8K is voor schermen met een resolutie van 7680×4320. Voor tussenliggende resoluties bestaan minder gestandaardiseerde termen.
CONTRASTRATIO
De contrastverhouding of de contrastratio geeft aan hoe groot het verschil is qua licht tussen het felste wit en het donkerste zwart. Dit wordt uitgedrukt in de vorm van een breuk zoals bv. 1:1000. Dit wil zeggen dat het felste wit 1000x meer licht geeft dan het donkerste zwart. Hoe groter de contrastratio hoe beter de beeldkwaliteit.
Hoeveel licht een pixel maximaal kan uitstralen wordt uitgedrukt in candella per vierkante meter (afgekort cd/m²). Als een pixel bij haar felste wit 300 cd/m² uitstraalt en bij haar donkerste zwart 3 cd/m², dan is er sprake van een contrastratio van 1:100.
Bij een OLED scherm kan een pixel uitgeschakeld worden als het donkerste zwart gewenst is. De lichtopbrengst is dan ook 0 wat maakt dat de contrastratio oneindig groot is.
Verversingssnelheid / Refresh rate
De verversingssnelheid of refresh rate geeft aan hoeveel keer per seconde het scherm een ander beeld kan laten zien. Dit wordt doorgaans uitgedrukt in Hertz. Een scherm met een maximale verversingssnelheid van 60 Hertz kan dus 60 verschillende beelden laten zien in één seconde.
Dit is ruim voldoende voor de meeste toepassingen … Wanneer je aan de slag gaat in Word, Excel of op deze website zou je zelf met veel minder beelden per seconde tevreden zijn. Ook voor het bekijken van films is 60 beelden per seconde voldoende. Enkel computergames hebben deugd aan een hogere verversingssnelheid.
Soorten schermen
Het TFT- of LCD-scherm
Tenzij je even oud (of ouder) bent als de schrijver van deze website dan zijn dit de schermen waarmee je bent opgegroeid. Vooral oudere mensen spreken wel eens over “platte schermen” verwijzend naar het feit dat de voorganger van deze schermen (de CRT-schermen) véél meer plaats innamen.
Noem het gerust marketing als heel veel termen door elkaar worden gebruikt: LCD-schermen, TFT-schermen, IPS-schermen, LED-schermen. De verschillen op technisch vlak zijn eerder beperkt maar worden kwistig naar ons hoofd gegooid door marketeers.
De basis is het LCD-scherm, deze schermen zijn gebaseerd op een kleine TL-lamp die zich onderaan of rondom het scherm bevindt en die wit licht produceert. Het scherm is opgedeeld in duizenden vierkantjes (beeldpunten of pixels) die elk een kleine kleurenfilter hebben die het witte licht omzet in rood, groen of blauw licht. Voor elk van die beeldpunten kunnen we bepalen hoeveel procent van het witte licht ze doorlaten. Zo kunnen we die duizenden beeldpunten alle mogelijke kleuren geven: veel rood licht combineren met veel blauw licht en geen groen licht geeft paars licht … Het klassieke LCD-scherm is nauwelijks nog te koop.
Het TFT-scherm is een verbeterde versie van het LCD-scherm. Zonder in technische details te duiken kan het TFT-scherm sneller schakelen dan een klassiek LCD-scherm wat het beter geschikt maakt voor bewegende beelden. Daarnaast is vooral de contrast-ratio (het verschil tussen wit en zwart) groter en de kleurverzadiging groter. Alle uitleg van het LCD-scherm hierboven is ook geldig voor het TFT-scherm.
En dan is er het IPS-scherm … noem het gerust een betere versie van het TFT-scherm. Ook dit blijft dus een LCD-scherm. Het IPS-scherm kenmerkt zich vooral door een bredere kijkhoek en is beter leesbaar bij zonlicht. Het verschil tussen IPS en TFT is aanzienlijk kleiner dan LCD vs.TFT.
De laatste jaren wordt de TL-lamp (die gebruikt wordt in elk van bovenstaande schermen) vervangen door een serie kleine LED lampjes die wit licht produceren. Dankzij die manier van werken kunnen schermen nog dunner gemaakt worden. Producenten hebben die schermen “LED-schermen” genoemd en ze doen alsof het “het nieuwste van het nieuwste” is, maar eigenlijk is het dus een gewoon LCD/TFT/IPS-scherm met een andere (betere, meer energie zuinige) lichtbron. Verwar “LED-schermen” zeker niet met de echt nieuwe technologieën OLED en AMOLED.
Het (AM)OLED scherm
(AM)OLED is de allernieuwste technologie op vlak van schermen.
Laten we beginnen met het verschil tussen OLED en AMOLED. Je kan het perfect vergelijken met een TFT-scherm (AMOLED) en een LCD (OLED) scherm. De basis is identiek dezelfde. Een (AM)OLED scherm werkt niet meer met een wit achtergrondlicht die in meerdere of mindere mate doorgelaten wordt maar elk beeldpuntje van het scherm bestaat zelf uit een kleine lichtbron.
Een AMOLED scherm is nog sneller en preciezer dan een OLED scherm.
Deze technologie is veel sneller (tot 1 000 x) dan de vorige technologie, de schermen kunnen nog veel dunner gemaakt worden, ze zijn nog veel meer energie zuinig en ze kunnen zelfs flexibel gemaakt worden … zo kan je na het TV kijken je TV oprollen en in de kast leggen.
Je vindt al vrij makkelijk een OLED-TV en hoewel die duurder is dan een klassieke LCD-TV valt het prijsverschil nog mee. Voor computerschermen is het aanbod aan OLED-schermen voorlopig nog erg beperkt en de schermen die er zijn, zijn behoorlijk duur.
(AM)OLED wordt wel al kwistig gebruikt in kleinere toestellen zoals smartphones en tablets.
Schermen aansluiten
Een scherm aansluiten aan je desktop of laptop kan met verschillende kabels en connectoren. Je vindt er heel wat informatie over op de pagina over connectoren. Enkele mogelijke connectoren zijn: